Beste mensen,
Wij worden als huisarts in toenemende mate gevraagd achteraf verwijsbrieven voor verschillende specialismen te schrijven.
Bijvoorbeeld voor, de opticien, die u naar de oogarts heeft verwezen, de fysiotherapeut, die vindt dat u naar de orthopeed moet, de audicien, die vindt dat u naar de KNO arts moet, de juf op school, die vindt dat uw kind toch maar voor alles getest moet worden.
Deze verwijsbrieven zijn nodig als u voor vergoeding van de verleende hulp in aanmerking wilt komen.
Ik heb mij voorgenomen geen verwijzingen achteraf te schrijven. Ik schrijf dus ook geen verwijsbrief als u zelf besloten hebt, zonder overleg met mij, een afspraak met een specialist te maken voor een bepaalde aandoening.
Dit betekent, dat mensen die ik niet op het spreekuur heb gezien, niet voor een door mij geschreven verwijsbrief in aanmerking komen.
Wij hebben met de landelijke politiek afgesproken dat de huisarts de poortwachter is in de zorg. Dat betekent dat hij de centrale rol heeft in b.v. de verwijzingen naar anderen. Een van de redenen is dat naast onnodige medicalisering, ook de kosten van de zorg in de hand gehouden worden. De huisarts kan heel veel zorg zelf leveren tegen veel lagere kosten.
Van de huisarts wordt een motivatie voor de verwijzing verwacht. Ik moet uitleggen waarom ik u verwijs en mijn bevindingen inde brief noteren.
U begrijpt dat ik dat niet kan zonder dat ik u gehoord en gezien heb.
Ik doe dit niet om het u moeilijker te maken, doch om onnodige verwijzingen en dus medicalisering, dat is het ziek maken van gezonde mensen, te voorkomen.
In het kader van de marktwerking is de klant koning en de zorgaanbieder verdient extra door meer verrichtingen te doen.
Dat dit soms leidt tot snelle verwijzingen en dus tot onnodige diagnostiek en ingrepen en niet tot een betere gezondheid is door veel (internationaal) onderzoek aangetoond.
Met vriendelijke groet,
Nicole Zengerink